De verbrandings-motor loopt op z’n laatste kilometers

Verdwijnen van de markt

Volgens berichten in de Duitse pers overweegt de Europese Commissie om bedrijven met een groot wagenpark vanaf 2030 te verplichten volledig elektrisch te gaan bij de aanschaf van nieuwe auto’s. En vanaf 2035 zouden nieuwe benzine- en dieselmodellen helemaal van de markt verdwijnen. Dat klinkt misschien ver weg, maar in de wereld van leasecontracten en wagenparkbeheer is 2030 al morgen.

Grote gevolgen voor leasemaatschappijen

Voor leasemaatschappijen betekent dit scenario een aardverschuiving. Ongeveer 60 procent van de autoverkopen in Europa verloopt via zogeheten fleet sales: de verkoop van auto’s in grote aantallen aan bedrijven, leasemaatschappijen en overheden. Met andere woorden: niet de particuliere markt, maar de bulk van de zakelijke markt. Als de regels veranderen, verschuift de hele markt in één keer mee. De verhouding tussen elektrische en niet-elektrische modellen kantelt sneller dan gepland. Leasemaatschappijen moeten hun portfolio’s rigoureus aanpassen. Investeren in fossiele modellen is straks simpelweg te riskant.

Van auto naar totaalconcept

Tot nu toe leverde de leasemaatschappij vooral een auto. In de toekomst gaat het om een totaalconcept: voertuig, laadoplossing, laadpas, advies over fiscale regelingen en begeleiding bij slim laden. Elektrificatie is geen mobiliteitsvraagstuk meer, maar ook een energie- en infrastructuurvraagstuk.

Restwaarde onder druk

Wie vandaag nog zwaar inzet op verbrandingsmotoren, kan over een paar jaar forse afwaarderingen verwachten. Auto’s met een traditionele aandrijving zullen hun waarde snel verliezen zodra de regels strenger worden en de vraag naar tweedehands fossiele modellen inzakt.

Elektrische modellen daarentegen hebben een betere vooruitblik. Hun restwaarde blijft stabieler, mede doordat de markt zich in hoog tempo richting elektrisch beweegt. Zeker wanneer deze voertuigen onderdeel zijn van een goed gefaciliteerd laadnetwerk – zowel thuis, op kantoor als onderweg – behouden ze hun aantrekkingskracht. Voor leasemaatschappijen is dat cruciaal: restwaarde bepaalt immers direct de leaseprijs, en daarmee de concurrentiepositie.

Het gesprek aan tafel verandert

Waar gesprekken met klanten vroeger draaiden om leaseprijzen, looptijden en kortingen, verschuift de focus nu naar heel andere thema’s. Duurzaamheid en rapportageverplichtingen zetten CO₂-reductie en ESG hoog op de agenda. HR-directies kijken naar de employee experience: hoe zorg je dat medewerkers zonder gedoe kunnen laden, ook onderweg? En de technische kant is minstens zo belangrijk: hoe garandeer je een betrouwbaar laadnetwerk dat pieken en dalen in gebruik aankan?

Kortom, het gesprek aan tafel gaat niet meer over de auto alleen, maar over mobiliteit als onderdeel van de bedrijfsstrategie.

Een wagenparkbeheerder van een grote leasemaatschappij vatte het kernachtig samen:

“Voor ons betekent dit niet alleen een andere inkoopstrategie, maar ook een heel nieuw gesprek met klanten. We moeten niet meer alleen de auto leveren, maar het hele laad-ecosysteem daaromheen.”

Wat verandert er voor de leaserijder?

Voor de leaserijder zelf verandert er ook veel. Het voordeel is duidelijk: elektrisch rijden wordt de norm. Dat betekent meer keuze, scherpere prijzen en een steeds fijnmaziger netwerk van laadpunten – onderweg, op het werk én steeds vaker gewoon thuis. Waar elektrisch rijden nu nog voelt als een optie, wordt het straks vanzelfsprekend. Laden hoort bij de dagelijkse routine, slimme apps en laadpassen worden normaal. Wat nu een uitdaging lijkt, wordt morgen een comfortabele gewoonte. Zoals een HR-manager het verwoordde:

“We zien elektrificatie niet langer als een duurzaamheidsproject, maar als een randvoorwaarde om onze werknemers mobiel te houden.”

Nog geen wet, wél een duidelijke richting

Belangrijk om te benadrukken: dit is nog geen wet. Op dit moment werkt de Europese Commissie aan een voorstel dat nog langs consultaties en onderhandelingen moet. Het kan dus zijn dat details veranderen, of dat de invoering gefaseerd gaat verlopen.

Maar de grote lijn staat vast: Europa zet onomkeerbaar in op elektrificatie, en het tijdperk van de verbrandingsmotor loopt ten einde. Voor bedrijven die afhankelijk zijn van hun wagenpark, is dat geen verre toekomstmuziek maar een strategische realiteit die sneller dichterbij komt dan velen hadden verwacht. Wie nu vooruitkijkt en anticipeert, zit straks niet klem in regelgeving maar rijdt soepel voorop.